Olympische Spelen: de keerzijde van de medaille

Olympische Spelen

Heeft u ook zo genoten van de Olympische Spelen? De afgelopen weken namen de olympiërs Nederland bij de hand en verrasten vriend en vijand met de hoogste klassering ooit: 34 medailles, waarvan 15 goud. Dit resulteerde in een zesde positie na grootmachten als USA, China en Australië en boven sportlanden als Groot-Brittannië, Italië en Duitsland.

Nederland heeft veel om trots op te zijn: de topsporters lieten dat nadrukkelijk zien. Los van de unieke sportprestaties benadrukt André Cats, directeur topsport van NOC*NSF de verhalen die achter de topprestaties schuilgaan. Hetty van de Wouw vertelde openhartig over haar overwonnen eetstoornis, Sharon van Rouwendaal droeg het goud op aan haar overleden hond Rio. Roeister Marloes Oldenburg brak twee jaar geleden haar nek. Noortje de Brouwer werd vlak voor de Spelen gediagnosticeerd met diabetes type 1. En Worthy de Jong liet met zijn tweepunter in de ultieme slotfase van de 3×3 basketbal finale zien dat er ook als jongen uit de Bijlmer een route is naar gouden glorie. Het zijn juist deze verhalen die als inspiratiebron dienen met als motto ‘waar een wil is, is een weg.’

Een parallel met de Nederlandse agrarische sector is snel gemaakt. Als tweede landbouwexporteur ter wereld heeft Nederland ook als voedselmaker, -innovator en kennisland veel om trots op te zijn. Deze positie is niet vanzelfsprekend en roept de vraag op of Nederland de wereld moet voeden? Het antwoord is simpel: nee, maar onze voedselmakers leveren gelijk aan de olympiërs topprestaties.

Evenals voor de topsporters heeft de medaille voor de voedselmakers twee zijden. Als alle ogen op je gevestigd zijn, word je onwillekeurig een prooi. Concurrenten kopiëren je werkwijze, je techniek om vergelijkbare resultaten te behalen. Stilstand is achteruitgang. In de praktijk betekent dit dat Nederlandse voedselmakers continu op zoek zijn naar verbeteringen om tegemoet te komen aan veranderende behoeften en eisen. Dankzij innovaties behouden ze hun voorsprong.

Bovenal zijn het de verhalen achter de voedselmakers die het waard zijn om te horen en te zien. Wat is hun trots, hun motivatie? Wat drijft hen om het elke dag beter te doen voor mens, dier en milieu? Welk doel hebben ze voor ogen? Deze verhalen zijn niet alleen een inspiratiebron voor jongeren, maar ook voor collega’s om door te gaan.

Topprestaties zijn niet vanzelfsprekend, maar verdienen naast trots en waardering ook steun van de Nederlandse overheid. 20 miljoen subsidie voor topsport is een schijntje afgezet op de impact die de olympische prestaties wereldwijd hebben.

Een vergelijkbare investering in public relations voor de voedselmakers is eveneens broodnodig. Nederlandse voedselmakers hebben zoveel om trots op te zijn, we moeten het alleen wel publiekelijk, in de mainstream media, laten zien. Laten we aan tafel gaan!

Image by Freepik

Deel dit bericht: