Het is geen wonder dat steeds meer mensen zich afkeren van de oude media en instituten. Een goed voorbeeld daarvan waren de reacties afgelopen week op de uitgelekte kabinetsplannen die van uiterst negatief over het ‘van tafel vegen’ van het Nationaal Programma Landelijk Gebied in een mum van tijd ombogen naar gematigd positief toen bleek dat minister Wiersma in haar plannen wel degelijk een gebiedsgerichte aanpak voorstaat. De scoringsdrift van journalisten in de mainstream media is onverminderd groot en superlatieven worden hierbij niet geschuwd.
Kenmerkend voor de plannen van het kabinet is bovenal de realiteitszin. Niemand mag verwachten dat de nieuwe regeringspartijen onverkort hun verkiezingsprogramma 1-op-1 zouden kunnen effectueren. Wie daar nu zuur over doet heeft simpelweg boter op zijn of haar hoofd.
De enige constante is verandering. En in tegenstelling tot wat veel niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) aan de ene kant en agrarische belangenorganisaties aan de andere zijde van Nederland rivierenland beweren, staat veruit het merendeel van de Nederlanders, voedselmakers incluis, open voor rede en de bereidwilligheid om te veranderen.
De wil om samen aan tafel te gaan en oplossingen te vinden voor veel uitdagingen blijkt in de praktijk veel minder groot dan men op basis hiervan zou verwachten. Aan beide zijden van de belangenbehartiging is sprake van een uiterst kritische en luidruchtige achterban, die geen genoegen neemt met toezeggingen. Belangenbehartiging is een businessmodel geworden, waarbij een compromis niet tot het favoriete gereedschap behoort. Voeg daar de omvang en inkomensafhankelijk van de onderliggende organisaties aan toe en duidelijk is dat een doorbraak niet van NGO’s en conservatieve belangenbehartigers en evenmin van politieke duiders en de media mag worden verwacht.
Aan de randen van de rivier wanen gepolariseerde standpunten zich veilig. Een ideale plek om als stuurlui aan de wal te blijven roepen en te zenden naar de overkant. De stemmen verstommen echter in de wind. Nadeel is bovendien dat het water tussen de kribben nagenoeg stilstaat. In het midden van de rivier is de stroming het snelst en ligt volop ruimte om met elkaar vooruit te komen. Slimme voedselmakers trekken hun eigen plan en gaan met de stroom mee.