Innovatie wijst de weg naar Gidsland 2.0

Meld je innovatie aan voor de Agri Business Award 2026

De inschrijving voor de Agribusiness Award 2026 is geopend. Bedrijven in de agri- en foodketen met een innovatief product, dienst of ketenconcept kunnen zich aanmelden. Een deskundige jury, onder leiding van de nieuwe juryvoorzitter, hoogleraar Laurens Sloot, beoordeelt alle inzendingen. Op 10 februari 2026 – tijdens het ABN AMRO Open in Rotterdam Ahoy – wordt de prijs uitgereikt en bekend gemaakt wie de opvolger is van Royal Koopmans, de winnaar van 2025. We gaan aan tafel met Pierre Berntsen, lid van de vierkoppige jury, die naast Berntsen en Sloot uit Aalt Dijkhuizen en Jan Opschoor bestaat. Centrale vraag tijdens het interview: ‘Hoe innovatief is de Nederlandse land- en tuinbouw?’ 

Berntsen, in het dagelijks leven Directeur Agrarische Bedrijven bij ABN AMRO, toont zich direct vanaf de start van het interview een warm pleitbezorger voor innovatie: ‘De Agribusiness Award wordt in 2026 voor de zevende keer uitgereikt. De prijs is bedoeld om innovaties in de agri- en foodsector aan te jagen en in de spotlights te zetten. We hopen op aanmeldingen van innovaties die de sector vooruithelpen en aantoonbaar meerwaarde hebben voor boeren en tuinders. Initiatiefnemers DCA Market Intelligence en ABN AMRO willen met de Award hun waardering uitspreken voor de innovatiekracht van bedrijven in de Nederlandse food- en agribusiness.’

Van techniek naar keteninnovatie

Berntsen: ‘De Agribusiness Award vormt een goede afspiegeling van de veranderingen in de maatschappij. In aanvang lag de nadruk op technische oplossingen, gericht op emissiereductie, gewasbescherming en dierenwelzijn, zoals de Lely Sphere, Hanskamp CowToilet, Andela Weeder, BBLeap SpotSprayer en InOvo Ella geslachtsbepaling van eieren. De laatste jaren komen ook ketenoplossingen in beeld, waaronder de Nedertarwe baktarwelijn, die in 2025 de Award won. Innovaties hebben meer impact als ze door de totale keten worden gedragen. In het geval van Nedertarwe van boer, molenaar, meester Boulanger en bakker tot de consument.’

Het mes snijdt aan twee kanten

‘Nedertarwe is graan van dichtbij. Het graan komt van Nederlandse bodem en wordt door gecertificeerde en vooruitstrevende boeren volgens strikte richtlijnen duurzaam geteeld. Zo dragen alle schakels bij aan de verduurzaming van de graan- en broodketen. Van dit graan wordt hoogwaardige Nederlandse bloem en meel gemaakt. De Award is een bevestiging van de juiste koers in een voedselbewuste samenleving en een prachtig podium voor zowel externe als interne stakeholders. Medewerkers zijn trots onderdeel uit te maken van het succes en dragen dit ook actief uit. Zo snijdt het broodmes aan twee kanten,’ aldus een enthousiaste Berntsen.

Minister van LVVN Femke Wiersma op bezoek bij Agribusiness Award 2025 winnaar Koopmans

Doelsturing vormt nieuwe inspiratiebron voor innovatie

Innovatie leek tot voor kort uit de mode. De politiek was het geloof in nieuwe technieken verloren. De tegenvallende reductiecijfers van emissiearme stalvloeren werden te pas en te onpas opgevoerd tijdens debatten. Met de kanteling van generieke maatregelen naar doelsturing ziet Berntsen het tij weer keren. ‘Met de verkiezingen in aantocht zie je dat alle politieke partijen doelsturing ondersteunen. Dit mag de huidige demissionaire Minister van LVVN, Femke Wiersma, op haar conto schrijven. In plaats van depositie als uitgangspunt te nemen, wordt op bedrijfsniveau gekeken wat het emissieniveau is. De boer krijgt zelf het roer in handen om de bedrijfsvoering zodanig te sturen dat doelen worden behaald, passend bij het type bedrijf, de omgeving en de ambities van de ondernemer.’

Nederland Gidsland 2.0

‘Toegegeven: veel is nog onduidelijk over hoe we dit samen goed kunnen inrichten, maar de route naar een duurzamer voedselsysteem, Nederland als gidsland 2.0, wordt steeds helderder. We hebben in Nederland krachtige agri- en foodclusters en een cultuur van samenwerken waardoor we in staat zijn om efficiëntie vast te houden en breder te verduurzamen. Deze verduurzaming zal gaan lopen via twee routes.’

Route 1: ketensturing

‘De eerste weg is via ketensturing met behulp van levenscyclusanalyses (LCA). Deze analyses brengen de impact van de hele keten in beeld en zijn inmiddels gemeengoed in veel sectoren, soms zonder dat deelnemers het weten. Zo is bijvoorbeeld de CO2 footprint berekening in een Kringloopwijzer gebaseerd op een LCA. Veel LCA’s kennen Europese afstemming zodat ze ook kunnen worden gebruikt op exportmarkten. Dat is belangrijk voor onze exportpositie. De Europese commissie ondersteunt deze aanpak die zal leiden tot een verlaging van de footprint per kilogram product. Deze verlaging is immers niet vrijblijvend en wordt aangejaagd via CSRD-wetgeving. Wetgeving die grote bedrijven als Albert Heijn en FrieslandCampina verplicht om transparant te rapporteren over de impact van hun bedrijf op de hele keten.’

Route 2: doelsturing

‘Echter, dat is niet voldoende voor een land als Nederland met een hoge bedrijfsdichtheid en stevige uitdagingen op het gebied van natuur, water en klimaat. Daarom is een tweede route nodig. Dat is de weg van doelsturing en Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s). Doelsturing zal de komende jaren worden doorontwikkeld en leiden tot normering voor bedrijven op gebied van bijvoorbeeld emissies naar lucht (o.a. ammoniak en CO2), bodem (bemesting) en water (bemesting en chemie). Juridische zekerheid en borging is daarbij voorwaardelijk. Als deze basis staat en bedrijven kennen hun doelen, dan kiezen ze vervolgens de meest effectieve wijze om hun footprint te verlagen en doelen te halen. Dat zal innovaties in techniek, management en afzetketens versnellen. Je investeert en innoveert als bedrijf pas als je weet wat het je brengt, qua rendement, perspectief of rechtszekerheid. Dat zal er tevens toe leiden dat de impasse waar de sector nu in zit zal oplossen en we daadwerkelijk verduurzamen. Een wenkend perspectief is belangrijk. Ik denk dat Nederland zich in agri en food kan ontwikkelen tot Gidsland 2.0. Nederland is immers niet uniek, veel regio’s in de wereld kampen met dezelfde uitdagingen.’

Hoe ziet het er in de praktijk uit?

‘Boeren en tuinders hebben vier routes om concreet invulling te geven aan verduurzaming [zie figuur]. De eerste route is die van zorgvuldigheid. Je mag van elke ondernemer verwachten dat hij zogenaamde ‘goede landbouwpraktijken’ toepast en vakbekwaam is. De tweede route is die van efficiëntie. Zorgvuldige en efficiënte productie leidt niet alleen tot een lagere footprint, maar ook tot lagere kosten. Minder verspilling is goed voor iedereen. In het geval dat duurzaamheidsinspanningen tot significante extra kosten leiden, hoort daar een prijscompensatie voor de meerkosten van het product bij. Dat is route drie. Er zijn inmiddels talloze keurmerken of concepten die daar invulling aan geven. Deze vorm van verduurzaming noemen we de koninklijke route. In dit geval wordt vanuit een keurmerk of concept een reële vergoeding betaalt voor de meerkosten van zorgvuldig, efficiënt en duurzaam geproduceerd voedsel. We zien dat hier veel energie zit bij boeren en tuinders. Nagenoeg alle keurmerken hebben wachtlijsten met ondernemers die graag willen toetreden. Dat bewijst dat er meer ambitie is om te verduurzamen dan de markt kan absorberen, ofwel de markt is nog lang niet perfect.

De samenleving vraagt echter meer van boeren en tuinders dan afzetketens kunnen opvangen. In dat geval kom je bij route vier, de route waarbij de samenleving de meerkosten compenseert. Denk aan ANLb vergoedingen voor natuurinclusief boeren, investeringssubsidies en fiscale stimulering. In de praktijk zullen boeren en tuinders uit meerdere vaatjes tappen, afhankelijk van hun bedrijfssituatie en voorkeuren. De optelsom van deze vier routes samen bepaalt het tempo van verduurzaming van ons landbouw- en voedselsysteem.

Boeren en tuinders kunnen vier routes volgen naar een duurzaam voedselsysteem

Ongegronde angst voor innovatie

‘Dit is het momentum om elkaar op te zoeken. Niet door elkaar in debatten te overschreeuwen, maar allereerst de bereidwilligheid te hebben te willen luisteren, je te verplaatsen in de situatie van de ander en vanuit nieuwsgierigheid elkaar vragen te stellen. De angst voor innovatie kan in veel gevallen verminderen als blijkt dat ze bewezen bijdragen aan een betere grond-, water- en luchtkwaliteit en meer dierenwelzijn. Er ligt voor Nederland na het Mansholttijdperk opnieuw een gidsrol weggelegd. Technieken, landbouwpraktijken en concepten die in Nederland ontwikkeld worden, krijgen navolging in het buitenland. Hiervoor blijft een bepaalde massa, c.q. omvang van perspectiefvolle sectoren in Nederland onontbeerlijk.’

Berntsen besluit: ‘Met de Agribusiness Award dragen we een steentje aan bij aan Nederland Gidsland 2.0. We kunnen dit samen. Alle kritische prestatie indexen zijn misschien nog niet volledig uitgekristalliseerd, maar we weten meer dan genoeg om voortvarend mee aan de slag te gaan. Innovators die zich hierin herkennen, kunnen zich tot 1 december a.s. aanmelden om in aanmerking te komen voor de Agribusiness Award 2026.’

Pierre Berntsen: ‘De mens is van nature geneigd naar verbetering op zoek te gaan.’

Deel dit bericht: