Stichting Samenleving, Landbouw en Natuur (SLN) zet zich in voor een dialoog over de toekomst van de landbouw en natuur in Nederland. Hierbij hebben de 162 Natura 2000 gebieden speciale aandacht. Wat is de werkelijke staat van de natuur en hoeverre heeft stikstof als parameter invloed? SLN doet onderzoek, stelt vragen aan beleidsmakers en instituten en informeert publiek, media en organisaties over haar bevindingen. Deze stroken niet altijd met de politieke landbouwkoers in Nederland, die vooral op modellen is gebaseerd.
Bestuurslid Allard Andela: ‘Recent onderzoek laat zien dat er geen eenduidige, aantoonbare relatie is tussen stikstofdepositie en natuurkwaliteit op de Veluwe. Ondanks langdurige stikstofbelasting blijkt uit het onderzoek dat bij 70 tot 85 procent van de locaties geen ernstige verzuring of vermesting speelt. Bovendien blijkt de soortendiversiteit veelal hoog te zijn en functioneert de natuur grotendeels naar wens. Uit de resultaten blijkt dat de invloed van stikstof sterk varieert per locatie en dat factoren als hydrologie, beheer en lokale omstandigheden vaak dominanter zijn voor de natuurkwaliteit van het gebied. SLN bepleit daarom een lokaal gerichte aanpak, waarin natuurmonitoring leidend is en modellen zoals Aerius een ondersteunende rol vervullen.’
Bestuurslid Peter Hutten vult aan: ‘De stikstofproblematiek is in Nederland niet alleen een ecologische en juridische kwestie, maar ook een maatschappelijk vraagstuk. De nadruk op stikstofmodellen en generieke reductiedoelen heeft geleid tot spanningen tussen natuurbeleid enerzijds en landbouw, bouw en infrastructuur anderzijds. De dominantie van stikstof als beleidsmaatstaf draagt bij aan polarisatie. Waar beleid sterk leunt op abstracte modelberekeningen, ervaren betrokkenen vaak dat de feitelijke natuurkwaliteit ter plaatse niet overeenkomt met dit sombere beeld. Dit voedt wantrouwen en maakt het lastiger om draagvlak te creëren voor maatregelen. Juridisch speelt mee dat generieke stikstofreductie slechts beperkt aansluit bij de systematiek van de Vogel- en Habitatrichtlijn, die uitgaat van de feitelijke staat van instandhouding van habitats en soorten.’
Hutten vervolgt: ‘In dit spanningsveld groeit de roep om alternatieven die zowel juridisch houdbaar als ecologisch effectief zijn. Monitoring kan bijdragen aan een meer evenwichtige afweging tussen natuur, economie en samenleving, én aan het herstellen van vertrouwen, doordat beleid zichtbaar en toetsbaar wordt gekoppeld aan feitelijke natuurkwaliteit in plaats van abstracte modeluitkomsten. Daarmee biedt deze benadering niet alleen een wetenschappelijke, maar ook een maatschappelijke en bestuurlijke bijdrage aan de dialoog en kan zij een juridisch duurzamer fundament onder het natuurbeleid leggen.’
ADC-toets
Andela: ‘De minister heeft met de ADC-toets een instrument in handen om haar beleid af te stemmen op de werkelijke staat van de natuur. Toepassing van deze ADC-toets vormt een reële oplossing om PAS-melders, die al jaren in onzekerheid verblijven, aan een legale vergunning te helpen.’
De afkorting ADC staat voor de drie strenge criteria waaraan een project op basis van de Wet Natuurbescherming, gebaseerd op de Europese Habitatrichtlijn, artikel 6 lid 4, moet voldoen:
- Alternatieven: de initiatiefnemer moet aantonen dat geen reële alternatieven bestaan voor de locatie, de omvang of de techniek, die minder schade toebrengen aan de Natura 2000-gebieden.
- Dwingende redenen van groot openbaar belang: het project moet gerechtvaardigd zijn door dwingende redenen van groot openbaar belang. Denk aan voedselzekerheid of het voortbestaan van de lokale agrarische economie.
- Compenserende maatregelen: de initiatiefnemer moet alle nodige compenserende maatregelen treffen. Dit betekent het creëren van nieuwe of het verbeteren van bestaande natuur (nieuwe habitat, nieuwe leefgebieden) om te waarborgen dat de algehele samenhang van het Natura 2000-netwerk behouden blijft.
Hutten: ‘Wetenschappers Henri Prins, Joost Schepel en Allard Andela hebben de resultaten van natuurmonitoring vastgelegd in een rapport met aanbevelingen, welke we hebben aangeboden aan de Minister van LVVN. We maken een tour door Nederland om de resultaten bottom-up met boeren en burgers te delen.’
Natuurmonitoring is hét alternatief voor het huidige stikstofreductiebeleid
Andela: ‘Natuurmonitoring is niet alleen essentieel voor het in kaart brengen van de gezondheid van ecosystemen, maar ook voor het ontwikkelen van effectieve beleidsmaatregelen. Door gegevens te verzamelen over flora, fauna en hun omgevingen kunnen wetenschappers trends en veranderingen sneller herkennen, wat cruciaal is voor het nemen van weloverwogen beslissingen. Nieuwe technologieën, zoals drones, camera’s en sensoren worden steeds geavanceerder waardoor natuurmonitoring steeds efficiënter en gedetailleerder kan plaatsvinden.’
Hutten besluit: ‘De oplossing voor de stikstofimpasse ligt voor onze voeten en kunnen we direct in de praktijk toepassen. Het is aan de politiek om nu bestuurlijke moed en ambitie te tonen. De samenleving, boeren en burgers, snakken naar duidelijkheid.‘


SLN Onteigeningstool
Stichting Samenleving, Landbouw Natuur (SLN) staat bekend als de ontwikkelaar van de zogenaamde ‘Onteigeningstool’, waarmee boeren zich kunnen voorbereiden op wat deelname aan de uitkoopregeling of eventuele onteigening voor hen betekent. Andela is kritisch over de uitkoopregeling. ‘Als een boer zelf besluit om mee te doen en dat voor hem een oplossing is, heb ik daar alle begrip voor. Maar op sectorniveau begrijp ik het beleid niet. Je jaagt nu goedlopende bedrijven weg, terwijl de problemen van stikstofproblematiek in Natura2000 gebieden op één hand te tellen is.’
Andela wijst ook op de snelle veranderingen in Brussel. ‘De nieuwe landbouwcommissaris Hansen zegt: Europa kan geen enkele boer missen. We hebben boeren nodig om het platteland leefbaar te houden en voedselzekerheid te garanderen. We riskeren anders een serieus voedselprobleem. Europa kan er in de toekomst niet vanzelfsprekend van uitgaan dat er altijd voldoende voedsel geïmporteerd kan worden.’ De tool van SLN is dan ook ontwikkeld met een ander doel: ‘Wij willen boeren wapenen tegen onrechtvaardige onteigening. De tool helpt piekbelasters inzicht krijgen in hun rechten, zodat ze beter voorbereid zijn op gesprekken met de provincie of overheidsinstanties.’
Volgens Andela is de praktijk schrijnend. ‘Soms komen provinciale ambtenaren onaangekondigd met meerdere mensen bij een boer aan tafel. Boeren moeten zich daar juridisch tegen verweren. Onze tool helpt ze dat gesprek goed te voeren.’ Daarnaast biedt de tool ondersteuning bij het maken van afspraken over risico’s. ‘Als de overheid eist dat een bedrijf moet veranderen om de natuur te beschermen, dan moet ook worden vastgelegd wie opdraait voor de kosten als het beleid later wijzigt of de afgedwongen maatregelen niet blijken te helpen,’ aldus Andela.
De Onteigeningstool helpt boeren in vier stappen:
- Voorbereiding: inzichtelijk maken van de situatie, de rechten van de boer en hoe om te gaan met overheidsdruk, inhuren van expertise.
- Besluitvorming en contractfase: ondersteunen bij het opstellen van eerlijke afspraken over investeringen, financiering en politieke risico’s.Daarbij moet een notariële actie gekozen worden om voldoende zekerheid te bieden voor de ondernemer.
- Uitvoering: begeleiding van de ondernemer en zijn gezin bij de praktische uitvoering van de gemaakte afspraken.
- Evaluatie: controleren of de aanpassingen daadwerkelijk het gewenste effect hebben op natuur en bedrijfsvoering.
Andela blijft kritisch op de effectiviteit van het beleid. ‘Negentig procent van de Natura 2000 gebieden heeft geen stikstofprobleem. Ammoniak blijft binnen 250 meter van het bedrijf hangen. Dus boekhoudkundig klopt het misschien als straks honderden veehouders zijn gestopt, maar ecologisch heeft het geen zin. De uitkoopregeling is eenrichtingsverkeer. Je saneert bedrijven die nooit meer terugkomen, zonder dat de natuur er mee geholpen wordt. SLN wil boeren wapenen tegen onrechtvaardige onteigening.‘