De oplossing ligt voor onze voeten. Wat houdt ons tegen?

AAN TAFEL! Hermen Vreugdenhil Kornse Boezem 130325_05

Méér natuur met minder geld

Het is een mooie ochtend in maart als ik Hermen Vreugdenhil ontmoet aan de rand van natuurgebied De Kornse Boezem. De immer goedlachse directeur van Collectief Rivierenland begroet me hartelijk. Dit is zijn habitat, hier voelt hij zich thuis. Een bezoekafspraak op deze locatie lag dus voor de hand. Want wat is er mooier dan de impact van goed agrarisch natuur- en landschapsbeheer in de praktijk te aanschouwen? We trekken stevige schoenen aan en na het nuttigen van een bak koffie en Brabantse koek wandelen we het natuurgebied in.

Vreugdenhil is een goede verteller. Geboren op Curaçao, als zoon van een dominee, maakte hij met zijn ouders een rondgang langs verschillende gemeenten. Na Curaçao volgden Berkel, Emmen, Wageningen en Breda. Vreugdenhil studeerde Infrastructuur en Ruimtelijke Ordening aan de Hogeschool Van Hall Larenstein en werkt sinds 2012 als senior adviseur publieke ruimte voor de Academie voor Openbaar Bestuur. Zijn huidige woonplaats is Nieuwendijk. 11 jaar was Vreugdenhil namens de ChristenUnie actief in de politiek; als Statenlid en wethouder. In 2023 besloot Vreugdenhil de politiek de rug toe te keren. ‘Ik had behoefte om weer met mijn poten in de klei te staan; terug naar de praktijk.’

Politiek is verworden tot ruilhandel

Is hij teleurgesteld in de politiek? Vreugdenhil: ‘Integendeel, ik heb veel geleerd en een enorm netwerk opgebouwd. Je leert het politieke spel lezen. Als zodanig heeft de politiek me veel gebracht. Tot mijn spijt constateerde ik ook dat het ‘polderen’, waar Nederland van oudsher om bekend staat, steeds moeilijker werd. Politieke partijen zijn niet meer bereid om compromissen te sluiten. Extreme en simplistische uitspraken krijgen steeds vaker de overhand. Politiek is een ordinaire ruilhandel geworden. Jij wilt dit? OK, dan wil ik dat. Zo wordt ieder dossier een gevecht zonder commitment.’

Toch is Vreugdenhil niet pessimistisch. ‘Dit is een fase die we nu door moeten. Uiteindelijk zegeviert het besef dat we elkaar in het midden weer dienen op te zoeken; weg van de polarisatie, weg van de negativiteit. Bovendien: echte verandering komt niet van de politiek, die reageert louter vertraagd op maatschappelijke ontwikkelingen, maar van onderop, uit de maatschappij. Wat dat betreft ben ik nu precies op een positie waar ik het meeste kan bereiken. Kijk om je heen en geniet: iedere bezoeker krijgt hier een glimlach op zijn gezicht.’

Onder het vertellen van zijn levensverhaal houdt Vreugdenhil nauwlettend de omgeving in de gaten. Gewapend met een verrekijker attendeert hij zijn bezoeker op iedere beweging van de bewoners van het natuurgebied. Trots wijst hij op een aangevreten elzenboom. ‘Kijk, een bever heeft zich een beetje vergist in de hardheid van elzenhout. Bevers zijn nu bezig een burcht te bouwen en zoeken stevig bouwmateriaal.’

Wachtlijst van boeren

Wat maakt zijn agrarische collectief uniek? Vreugdenhil vervolgt enthousiast: ‘Collectief Rivierenland is in 2015 opgericht door zes agrarische natuurverenigingen in het Gelderse rivierengebied. Het belangrijkste doel is het uitvoeren van de subsidieregeling Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb). Inmiddels doen we dit met ruim 600 boeren en landgoedeigenaren. Collectief Rivierenland is aangesloten bij BoerenNatuur, waarin 40 collectieven zijn verenigd, goed voor ruim 11.000 deelnemende boeren met in totaliteit 110.000 hectare in beheer. Het beheer is vastgelegd in beheerpakketten, waarin exact is beschreven wat er in het desbetreffende gebied aan natuur- en landschapsbeheer uitgevoerd dient te worden. De beloning beperkt zich vooralsnog tot een kostenvergoeding. Toch is er een wachtlijst van boeren die willen deelnemen. Ze zien agrarisch natuurbeheer als dé weg naar een duurzame bedrijfsontwikkeling met zichtbaar resultaat. Dat motiveert enorm. Niet alleen tijdens kantooruren, maar zeven dagen per week. Grondeigenaren en verpachters zijn creatief als het gaat om de beloning van natuur- en landschapsbeheer. Een mogelijk verlies aan voedselproductie wordt veelal gecompenseerd met een lagere pachtprijs.’

Bottom-up natuurverbetering

Gevraagd naar het effect van deze bottom-up aanpak is Vreugdenhil uitgesproken: ‘Dit is dé weg waarlangs Nederland aan alle eisen qua natuurbehoud en -verbetering kan beantwoorden. Een integrale oplossing ligt voor onze neus, maar verblind door modellen van ecologen die het contact met de basis kwijt zijn, hebben we het zicht hierop verloren. De oplossing is simpel: kijk naar de geschiedenis, de oorsprong van een gebied. Welke invloed heeft eb-vloedwerking hier gehad? Hoe liepen hier de beekjes, de grondwallen, de waterlopen? Dát is bepalend wat er in een gebied wél, maar ook niét kan. Zo heeft het geen zin om korhoenders in een kunstmatig gecreëerd natuurgebied te plaatsen als ze in dat gebied geen toekomst meer hebben. Stop met wensnatuur, maar maak gebruik van de vakkennis van boeren: dát zijn de mensen die het gebied kennen, doorleven en weten wat nodig is. Realiseer je ook dat de natuur voortdurend verandert, zich aanpast aan nieuwe omstandigheden, zoals klimaatverandering. Het heeft geen zin vast te houden aan één kwaliteitsbeeld, zoals vastgelegd in een Habitat-richtlijn. En niet in de laatste plaats: heb geduld. Waak voor te snel ingrijpen: natuur laat zich niet vastleggen in vijfjarenplannen.’

Biodiverse akker mozaïek

‘Door de historische eigenschappen van een gebied te combineren met de vakkennis van haar bewoners en gebruikers ontstaan de mooiste initiatieven. Zo zijn de resultaten van biodiverse akker mozaïek (BAM) veelbelovend. In het BAM-project wisselen boeren commerciële gewassen op een slimme manier af met bloemenstroken én met gewassen die goed zijn voor de bodem en de biodiversiteit, zoals granen, klavers en veldbonen. Boeren krijgen niet alleen geld voor natuurbeheer, maar ook voor gewassen die voor menselijke consumptie of veevoer geschikt zijn. Er wordt vooral gelet op slimme combinaties. Door het maaien goed te timen en in de winter tarwestoppels te laten staan, moet er in elk seizoen iets te halen zijn voor insecten en vogels. Het aansprekende resultaat is dat mono landbouwculturen worden doorbroken met winst voor landbouw én natuur.’

Overal toepasbaar

Vreugdenhil benadrukt dat deze werkwijze niet louter voor biologische of regeneratieve boeren is weggelegd. ‘Integendeel. Ieder gebied, ook waar grootschalige landbouw wordt bedreven, biedt ruimte voor natuur- en landschapsontwikkeling, zonder dat dit ten koste hoeft te gaan van de productie. De intensiteit verschilt natuurlijk. Zones aansluitend op natuurgebieden bieden logischerwijs meer mogelijkheden dan bijvoorbeeld een voedselproductiegebied als Flevoland.’

Vreugdenhil rekent hiermee af met een harde scheidslijn tussen grondgebonden intensieve landbouw en natuurinclusieve landbouw. ‘Het grootste voordeel is dat niet op één element, zoals stikstof wordt gestuurd, maar dat er sprake is van een samenhang tussen alle beheersmaatregelen, waarmee zowel het verminderen van stikstofemissie (Kritische Depositie Waarde), de Kader Richtlijn Water, de kwaliteitsverbetering van de bodem inclusief koolstofbinding, een toename van biodiversiteit en een betere dooradering van het landschap wordt gerealiseerd. Zo voorkomen we bovendien dat we op ieder onderdeel een eindeloze strijd gaan voeren.’

Nederland heeft behoefte aan doeners

Nederland heeft behoefte aan doeners en pragmatische ecologen. Plannen zijn er in overvloed, maar uiteindelijk zijn het de bewoners van een gebied die het met passie en overgave gaan doen. Ecologen en consultants moeten hun kantoorschoenen en pak uitdoen en met stevige laarzen en werkkleding het veld in. Laat de modellen los, ga observeren, leg contact met de bewoners, de gebruikers; doorgrond het gebied.’

‘Menigeen heeft de mond vol over het schrappen van het Transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur ter waarde van 24 miljard. Geld dat primair was bedoeld om boeren op te kopen, te laten stoppen.’ Vreugdenhil fronst: ‘We hebben de boeren juist keihard nodig om de nodige natuur- en landschapsmaatregelen te treffen. Via agrarische collectieven komen alle doelen in zicht voor een fractie van 24 miljard. BoerenNatuur heeft een schatting gemaakt dat het slechts om 1,25 miljard euro gaat voor 700.000 hectare agrarisch natuurbeheer. Een koopje, zeker in relatie tot wat het oplevert qua natuur, milieu, economie en gezondheid.’   

Bewezen in de praktijk

‘Het grote voordeel is dat deze bottom-up natuurverbetering zich in de praktijk heeft bewezen. De financiering is helder; een upgrading van kostenvergoeding naar beloning ligt voor de hand. Dit besef is ook doorgedrongen in Den Haag, dat gedurende een periode van tien jaar ieder jaar 500 miljoen extra beschikbaar stelt voor natuur- en landschapsbeheer. Geld dat niet blijft hangen in copy-paste rapporten van consultancybureaus, maar terechtkomt bij degenen die het werk doen: boeren. Boeren die hierdoor hun inkomstenmodel kunnen spreiden en bijkomend voordeel: de omvang van hun veestapel kunnen minderen.’

Laten zien dat het kan

‘In alle agrarisch natuur- en landschapsbeheergebieden gaat de kwaliteit van de natuur, in tegenstelling tot wat in de publieke media wordt gecommuniceerd, met sprongen vooruit. In de beheersplannen zijn de kritische prestatie indicatoren vastgelegd. Meten is weten, wat wil je nog meer? Hier ligt tegelijkertijd ook dé uitdaging voor de collectieven en BoerenNatuur in het bijzonder. We moeten de effecten van onze inspanningen veel beter onder het voetlicht brengen. Niet alleen bij onze achterban en vrijwilligers, maar bovenal in de publieke media, waarmee we naast burgers ook beleidsmakers en politici bereiken. Nederland is een prachtig land om in te wonen, te werken en te leven. We moeten elkaar inspireren met goede voorbeelden.’

Vreugdenhil neemt met een glimlach van oor tot oor afscheid van zijn gast: ‘We gaan laten zien dat het wél kan. Niet alleen binnen Collectief Rivierenland, maar in en vooral mét heel Nederland: boeren én burgers.’

Auteur: Wim Groot Koerkamp

Uitzicht over de Kornse Boezem

De Kornse Boezem
De Kornse Boezem is een kleinschalig natuurgebied met kleine bossen tussen Dussen en Almkerk. Het gebied is ca. 42 ha groot en ligt in de gemeente Altena. Het natuurgebied omvat grienden, natte hooilanden en rietlanden op een veenachtige bodem. Er groeien veel zeldzame planten, zoals holpijp en waterdrieblad. De Kornse Boezem is waterrijk met vele soorten vogels, zoals de grote bonte specht, groene specht, winterkoninkje, buizerd, uil en nachtegaal. Ook weidevogels zoals de grutto, kievit, wulp en tureluur voelen zich thuis in De Kornse Boezem. En met een beetje geluk spot je ook de ijsvogel. Een baken is De Noordeveldse molen; een poldermolen/wipmolen uit 1795.

Waterbeheer oude stijl
Waterbeheer nieuwe stijl

Meten is één, correct herleiden is twee

De Amercentrale, gelegen nabij Nationaal Park de Biesbosch, stoot een significante hoeveelheid ammoniak (NH₃) uit. In de natuurvergunning uit 2019 wordt een ammoniakemissie van 175.000 kg per jaar vermeld. Daarnaast stoot de Amercentrale stikstofoxiden (NOx) uit; de vergunde hoeveelheid is 1.500.000 kg per jaar. Dat de ammoniakemissie grote impact heeft op de gemeten ammoniakwaarde bij een meetpunt op slechts 500 meter van de Amercentrale staat buiten kijf. Het koppelen van deze meetwaarden aan veehouderijactiviteiten daarentegen is zeer discutabel.

Deel dit bericht: