Oordeel niet, inspireer!

Jan Willem Breukink

Het is een drukte van belang als ik het erf oprijd van Zuivelboerderij De Brummenaer aan de Cortenoeverseweg in Brummen. De straatnaam verwijst naar Cortenoever, een oude terpplek nabij Zutphen waar de IJssel vroeger nog meanderde. Door de aanleg van een nieuwe dijk werd het melkveebedrijf in 2015 verplaatst en verrees iets noordelijker een moderne stal en een modern huis, opgebouwd uit strobalen: comfortabel in de winter en zomer.

Michaela, naast boerin eveneens actief als projectleider Natuurinclusief en Agroforestry voor LTO Noord, begroet me hartelijk en verwijst me naar de stal: ‘Er is vandaag een groep dierenartsen te gast op ons melkveebedrijf. Ze vergaderen boven in de ligboxenstal, maar Jan Willem weet van je komst.’

De Brummenaer is dus meer dan alleen een melkveebedrijf. Je kunt er vergaderen, logeren, leren en onderzoeken. Maar ook voor rauwe melk, boerenkaas, hazelnoten en walnoten kun je op de boerderij terecht. Jan Willem heeft mijn komst inmiddels opgemerkt en loopt me tegemoet. We gaan allereerst natuurlijk de stal in. Onderwijl vertelt hij enthousiast over zijn missie. 

Van gangbaar naar regeneratief

‘De Brummenaer is een regeneratief en natuurinclusief melkveehouderijbedrijf. We werken in harmonie met de natuur. Diversiteit is het sleutelwoord; de levende bodem de basis. We leveren een positieve bijdrage aan natuur, milieu, klimaat, voedselzekerheid en sociale omstandigheden. Sinds 2020 maken we geen gebruik meer van chemie of kunstmeststoffen. We zetten in op grasmengsels vol met kruiden en klavers; onze weilanden zien er kleurrijk uit. De koeien lopen in de wei zodra en zolang de draagkracht van de bodem dit toelaat. Als krachtvoer telen wij zelf voederbieten, granen en bonen op een biologische wijze.’

Kalverliefde

Jan Willem Breukink wijst op enkele ruim bemeten hokken in zijn stal. ‘De afgelopen dagen hebben we de ligboxen verwijderd uit vijf spantvakken om ruimte te maken voor vijf groepshokken op stro voor zoogkoeien in combinatie met drie kalveren per koe. We hebben contact gelegd met Kalverliefde om de verwerking van de melk van ons bedrijf in deze keten op te nemen. Deze melk is herkenbaar aan de roze pakken in de winkel. Op de melkveebedrijven die Kalverliefde melk produceren, blijven de vaarskalveren na de geboorte drie maanden bij de koe en de stierkalfjes tenminste 35 dagen.’

Op de melkveebedrijven die Kalverliefde melk produceren, blijven de vaarskalveren na de geboorte drie maanden bij de koe en de stierkalfjes tenminste 35 dagen.

Het enthousiasme van Breukink is aanstekelijk. ‘Dat is het mooie van boer zijn. Je kunt snel schakelen. Je hoeft niet eerst uitvoerig te vergaderen of je voornemen door een ledenraad te loodsen. Als ik ergens in geloof, ga ik ervoor.’

Even later zitten we aan de koffie op zijn kantoor met zicht op de koeien in de stal. Natuurlijk ontbreekt een traktatie niet: melkchocola, mét hazelnoten. We komen snel tot de kern: de onderstroom. Wat is het toekomstperspectief van de Nederlandse melkveehouderij? We zoomen allereerst in op zijn eigen bedrijf.

Een avontuurlijke rit

‘2025 is het laatste jaar waarin Michaela en ik samen met mijn vader Arie in maatschapsverband boeren; voor 1 januari a.s. is de overdracht van Arie aan ons volledig afgerond. Het was een avontuurlijke rit, waarin de ideeën over de koers van het bedrijf niet altijd overeenkwamen. Toch heeft mijn vader onze keuzes altijd gerespecteerd, alhoewel ik zie hoe hij tot op de dag van vandaag met sommige keuzes worstelt. Michaela speelt in dit proces een grote rol. Toen ze in mijn leven kwam, vroeg ze op een dag aan me: ‘Stel je zou een vlinder zijn; zou je dan blij zijn op dit bedrijf?’ Toen ik deze vraag ontkennend beantwoordde, was het eerste zaadje geplant om de bedrijfsvoering te transformeren naar regeneratief en biologisch.’

‘Wat volgde was een reis langs tal van natuurinclusieve initiatieven, collegaboeren en proefboerderijen, waarbij onze netwerken samenvloeiden en we steeds meer tot het besef kwamen dat we onze bedrijfsvoering dienden aan te passen aan onze woon-, werk- en leefomgeving. Hanzestad Zutphen met ruim 40.000 inwoners ligt dichtbij. Het enige wat onze boerderij met de stad scheidt, is een brug. Een besef dat we eveneens doorgeven aan onze dochters Phileine en Bente: betrek de omgeving bij je plannen.’

Wat vinden de buren ervan?

Een vrije geest, zo kun je Breukink typeren. Volgens hem ligt dat ook deels aan de plek waar je bent geworteld. ‘In de Achterhoek en in Salland speelt nabuurschap een veel grotere rol. Op de van nature arme zandgronden waren boeren op elkaar aangewezen. Dat heeft ontegenzeggelijk voordelen, hulp is nooit ver weg, maar de sociale controle is ook groot. Wat vinden de buren van mijn handelen? Hier in de IJsselvallei is sprake van rijke, vruchtbare kleigronden, dankzij afzettingen uit de IJssel. Dat maakt dat de boeren hier niet alleen over grotere bedrijven beschikken, maar vaak ook zelfstandiger, individueler denken en handelen. En toegegeven: het zit ook in mijn aard. Als iemand iets stellig beweert, ben ik geneigd te twijfelen en het tegenovergestelde te bewijzen.’

Gebiedscoöperatie Zuidelijke IJsselvallei

Breukink staat niet alleen in zijn opvattingen over een duurzame veehouderij. Hij heeft zich aangesloten bij Gebiedscoöperatie Zuidelijke IJsselvallei; een gebied gekaderd door de A1, de A50 tot Velperbroek en de IJssel. ‘Door krachten te bundelen van 30 leden krijgen we het vliegwiel in beweging en maken we massa naar Den Haag en het provinciehuis in Arnhem. We zijn eveneens het aanspreekpunt voor regionale partners, zoals gemeenten, waterschap Vallei en Veluwe, terreinbeherende organisaties en burgers. Gebiedscoöperatie Zuidelijke IJsselvallei bundelt en deelt kennis en kunde van leden en organiseert kennisbijeenkomsten en pilots waarin praktische ervaring kan worden opgedaan over natuurinclusieve landbouw, bodembeheer, alternatieve eiwitrijke teelten en het invullen van de Gecombineerde Opgave. Het is een warm bad om binnen deze coöperatie ervaringen met elkaar te delen en elkaar te stimuleren door te gaan op de ingeslagen weg.’

Er is geen heilige graal

Breukink: ‘Communicatie blijkt in veel gevallen de sleutel voor kennisoverdracht, begrip en vertrouwen. Kenmerkend is de aanpak van Jaap Firs en Niels Moshagen die als nieuwbakken regeneratieve boeren neerstreken in het Gelderse Empe. Ze hebben een duidelijke visie hoe de toekomst van boeren in Nederland eruit kan zien, maar maakten niet de fout door hun visie aan collega-boeren in de buurt op te leggen. Integendeel: door vooral goed te luisteren naar hun buren leerden ze het landschap nog beter lezen en kregen ze ook begrip voor de keuzes die deze boeren maken. Iedere boer kiest de werkwijze die past bij zijn of haar ideeën. Er is geen universele oplossing; er is ruimte voor meerdere systemen naast elkaar, waarin we elkaar dienen te respecteren.’

Kies de juiste woorden, wees nieuwsgierig, luister en vraag door

‘De keuze van woorden is allesbepalend voor de vraag of en hoe we verbinding kunnen maken. Binnen de DISC-analyse is mijn profiel een combinatie van blauw, de kleur van conformisme en groen wat voor stabiliteit staat. Twee kleuren die een terughoudende communicatiestijl met zich meebrengt, waarin het allereerst belangrijk is nieuwsgierig te zijn naar de motieven van de ander, vragen te stellen en te luisteren. Als je direct met het vingertje staat te wijzen en je opvattingen aan anderen probeert op te dringen, ben je je gesprekspartner vaak direct kwijt.’  

‘Het is dus belangrijk je woorden zorgvuldig te kiezen. Termen als ‘toekomstboeren’, ‘de nieuwe boerenfamilie: samen slimmer boeren’ en ‘Weides lijken mooi groen, maar zijn doods,’ komen krachtig over, maar dragen tegelijk een veroordeling in zich over de wijze waarop collega-boeren acteren. Dat is niet misschien niet zo bedoeld, maar heeft op gangbare boeren een averechts effect. In plaats van verbinding te maken, zetten traditionele boeren de hakken in het zand: Wie ben jij om mijn manier van boeren te veroordelen?’

Gun iedere boer zijn eigen weg en tempo

‘Ik gebruik vaak de kracht van verhalen. Onlangs sprak ik een gangbare akkerbouwer, waarvan de dochter aan zijn vader vroeg of ze het graan van hun tarweperceel kon gebruiken voor het bakken van brood. De akkerbouwer had net een bespuiting uitgevoerd en twijfelde hardop of hij zijn dochter het perceel in durfde te sturen. Dergelijke anekdotes zetten mensen, zonder ze te veroordelen, aan het denken. Je hoeft collega’s niet te overtuigen. Toeval bestaat niet: boeren die zich oriënteren komen elkaar vanzelf tegen. Alleen door kennis en inzichten met elkaar te delen, komen we samen verder. De ene boer kan en gaat hierin verder en sneller dan de andere, maar per saldo schuiven we als complete boerenstand, als een wielerpeloton, stap voor stap richting duurzamer boeren. Gun iedere boer hierin zijn eigen weg en tempo.’

‘Uiteindelijk is iedere boer op zoek naar een goed verdienmodel. Dat hoeft niet alleen uit melk te komen, maar kan ook gevoed worden door neventakken, zoals in ons geval huisverkoop, logies, vergaderopties en natuurbeheer. Michaela en ik halen er veel voldoening uit om mensen aan het denken te zetten, te inspireren. We leven in een prachtig land met tal van kansen. Zoals gezegd: Zutphen ligt om de hoek. Verbinding maken met de consumenten en ze hiér in plaats van in de supermarkt hun geld aan voedsel uit te laten geven. Alleen samen met burgers maken we de kringloop weer sluitend.’ 

Jan Willem Breukink: ‘Iedere boer is op zoek naar een goed verdienmodel. Gun iedere boer zijn eigen weg en tempo.’

Deel dit bericht: