
Het nieuwe jaar is alweer een maand onderweg en tal van goede voornemens zijn inmiddels gesneuveld. Na het verbod op interne saldering vlak voor de kerstdagen volgde 22 januari jl. de uitspraak in de zaak die Greenpeace heeft aangespannen tegen de Staat. Nederland moet nu echt aan de slag als het gaat om de bescherming van de natuur, op straffe van 10 miljoen euro.
De Staat moet 50 procent van de oppervlakte stikstofgevoelige natuur uiterlijk op 31 december 2030 onder de grenswaarde brengen. Een grenswaarde die overigens volstrekt onhaalbaar is, zelfs indien we afscheid nemen van al het vee in Nederland. Kromme wetten resulteren in kromme uitspraken. Die 10 miljoen kunnen wij, rechtgeaarde burgers, over 5 jaar ophoesten. Bedankt overheid, gefeliciteerd Greenpeace.
Veel woorden, weinig daden
Inmiddels zijn ook weer de eerste seminars, thema-events en webinars over ons voedselsysteem de revue gepasseerd. We gaan in 2025 vrolijk verder waar we in 2024 mee zijn geëindigd: het voor eigen parochie preken van ons gelijk. Woorden als verbinding en samenwerking zijn repeterende breuken, maar missen ieder effect zolang we dit enkel met de eigen achterban communiceren. Veel woorden, weinig daden.
‘Kenmerkend voor alle goedbedoelde bijeenkomsten is de wijze waarop we óver (in plaats van mét) burgers praten’
Kenmerkend voor alle goedbedoelde bijeenkomsten is de wijze waarop we over burgers praten: wat ze zouden moeten eten, plantaardig of dierlijk. Hoeveel ze voor hun eten zouden moeten betalen: het liefst op basis van ‘true pricing’, waarin alle effecten van de productie van voedsel zijn gewogen. En waar ze het kunnen kopen: het liefst natuurlijk lokaal, bij de boer om de hoek. Prachtige idealen en vergezichten, dus iedereen keert opgewekt huiswaarts om dezelfde dag nog in de publieke media weer overstelpt te worden met polariserende frames en reclameboodschappen onder het motto: ‘de hoogste kwaliteit voor de laagste prijs’.
‘Witte vlek’: publiciteit
De drie p’s van product, prijs en plaats worden eindeloos uitgekauwd. Aan welke eisen moet voedsel voldoen, wat is een eerlijke prijs en welke afzetkanalen zijn denkbaar? Belangrijk, zeker, maar er wordt tijdens al deze bijeenkomsten nooit gepraat over de ‘p’ van promotie of publiciteit. Willen we echt een verandering in het voedselsysteem bewerkstelligen dan zullen voedselmakers toch echt de burger moeten bereiken.

Denk groter
Door zichtbaar te zijn in de publieke media (dagbladen, online, radio en TV) bereik je de massa: miljoenen Nederlanders die dagelijks voedsel kopen en consumeren en vaak geen idee hebben over de herkomst.
Heb je als vooraanstaand bedrijf of als branche- of producentenorganisatie namens boeren, tuinders en vissers een goed verhaal? Een positief en toekomstgericht antwoord op negatieve framing? Vertel het in de mainstream media. Waarom ben je relevant, wat betekent jouw branche voor de burger? Stop met navelstaarderij, wees open en transparant en ga maatschappelijk kritische vragen niet uit de weg.
Zie het grotere plaatje in de wetenschap dat verandering de enige constante is. Wacht niet op de overheid. Neem initiatief, wees trots op wat je doet en laat het niet alleen je achterban, maar vooral aan de burger zien. Skip dat event, skip die vakbeurs en ga vanaf vandaag communiceren met je finale klant: de consument. Verandering komt van onderop; voor hetzelfde budget (of minder) bereik je in plaats van een selecte groep ‘intimi’ miljoenen Nederlanders.
Wat kun je als boer, tuinder of visser doen? Spoor je branche-, producenten- of belangenorganisatie aan zich te manifesteren in de publieke media. Dáár wordt de beeldvorming bepaald, waarop beleidsmakers en politici hun standpunt en daarmee wetgeving baseren. Bereik de burger; de overheid volgt vanzelf. Dat bespaart niet alleen veel geld en frustratie: het voorkomt bovenal kromme wetgeving en kromme rechtspraak.
