
Diederik Mud en Stan Aanhane zijn in de bollenstreek tussen de tulpen opgegroeid. Ze ontmoeten elkaar op de Hogeschool Leiden, waar ze de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek volgen. Ze leren hoe ze experimenten ontwerpen, uitvoeren en resultaten analyseren. Een labjas is hun favoriete kledingstuk. Totdat ze een biofungicide ontdekken tegen schimmelziekte Fusarium. Niet alleen interessant voor tulpen, maar voor tal van teelten.
Mud: ‘Veel diagnostiek onderzoekswerk richt zich op de humane markt; het opsporen van ziekteverwekkers en het vinden van oplossingen voor ziekten als kanker en reuma. Niet voor niets wordt Leiden wel de ‘City of Science’ of ‘Bio Science City’ genoemd. Bij toeval betrof een gezamenlijke schoolopdracht een onderzoek naar fusarium, een schimmelziekte die o.a. in tulpen voorkomt. Gezien onze roots een boeiend onderwerp. Bijkomend voordeel was de commerciële kant van de opdracht. Fusarium is een wereldwijd probleem; het vinden van een biologisch middel heeft veel marktpotentie. Naast techniek spreekt waardecreatie me aan. Zo hebben we de agrarische afslag genomen.’

‘Biologische middelen hebben veel marktpotentie’
Mud vervolgt: ‘De schoolopdracht leerde ons dat het weliswaar mooi is om fusarium te diagnosticeren. De volgende vraag is: wat kun je ertegen doen? In de praktijk betekent dit vooral veel chemie. Stan en ik vinden dat het anders kan, anders moet. Bionomic was geboren. We combineerden de opstart van ons bedrijf met vervolgopleidingen. Ik koos voor een universitaire opleiding Life Sciences & Business Studies. Stan vervolgde zijn studie aan de Vrije Universiteit met als specialisatie Biomolecular Sciences. Zo vullen we elkaar qua marketing en techniek feilloos aan. Het combineren van studie met het opstarten van een bedrijf leverde soms lachwekkende situaties op. Bijvoorbeeld dat we even de klas uitliepen om een zakelijke call af te wikkelen.’
‘Het combineren van studie met het opstarten van een bedrijf leverde soms lachwekkende situaties op’
Aanhane: ‘Anderhalf jaar geleden hebben we onze studies succesvol afgerond en zijn we volledig gefocust op ons bedrijf. Bionomic ontwikkelt biologische gewasbescherming om een weerbare teelt te realiseren. Onze specialisatie is het onderzoeken van natuurlijke antimicrobiële stoffen die afkomstig zijn van bacteriën en schimmels. Deze stoffen bieden een effectieve en specifieke bescherming tegen plantenziekten, terwijl ze een minimale impact hebben op het milieu en de biodiversiteit. Door biotechnologie toe te passen, streven we ernaar nieuwe middelen te ontwikkelen die niet alleen veiliger zijn voor mens en milieu, maar ook de weerbaarheid van gewassen verbeteren.’

Mud: ‘Door gebruik te maken van natuurlijke stoffen, zetten we een extra stap in de goede richting. Deze stoffen vormen het natuurlijke afweersysteem van de bacterie zelf en zijn gericht op specifieke plantenziekten, wat resulteert in een doelgerichte werking zonder brede impact op de biodiversiteit. Door te focussen op deze werkzame stoffen, vermijden we het gebruik van exotische micro-organismen.’
‘Onze specialisatie is het onderzoeken van natuurlijke antimicrobiële stoffen’
Aanhane: ‘Dankzij het diagnostisch onderzoek naar schimmels in tulpen hebben we een natuurlijk middel gedetecteerd dat als biofungicide tegen Fusarium ingezet kan worden: in tulpen, maar ook in andere gewassen. We zijn nu volop bezig om deze stof te testen, o.a. door veldonderzoek. We benutten geavanceerde biotechnologische methoden om deze natuurlijke antimicrobiële stoffen te isoleren en te optimaliseren voor gebruik in gewasbeschermingsmiddelen. Deze aanpak verzekert niet alleen een effectieve bescherming van gewassen, maar ook een duurzamere benadering van landbouwpraktijken.’
Wat is Fusarium?
Fusarium is een agressieve schimmel die planten ziek maakt, zoals tarwe, mais, tomaten, paprika’s, pepers, soja en bananen. Zieke planten groeien minder en kunnen resulteren in misoogsten, waardoor er minder eten is voor mensen en dieren. Sommige soorten Fusarium maken ook giftige stofjes (mycotoxinen) die in voedsel kunnen komen en schadelijk zijn voor de gezondheid. Boeren verliezen oogsten, voedsel wordt duurder en is soms onveilig om te eten. Dit maakt het lastiger om genoeg gezond eten voor iedereen te produceren. Daarom moeten telers, onderzoekers en overheden samenwerken om Fusarium te bestrijden en voedselzekerheid te borgen.
Mud: ‘De Europese regelgeving is traag. De toelating van een actieve stof tegen Fusarium is een zaak van lange adem, waarbij risico’s zoveel mogelijk uitgesloten dienen te worden. Een nieuw biologisch gewasbeschermingsmiddel wordt binnen de EU getoetst op werkzaamheid, milieu-impact, toxiciteit voor mens en dier, residuen in voedsel, en persistentie in bodem en water. Daarnaast worden ecotoxicologische effecten op niet-doelorganismen, zoals bijen en waterleven, en de productiestabiliteit en gebruiksveiligheid geëvalueerd volgens de EU-verordening 1107/2009. Een Europese toelating vergt een doorlooptijd van maar liefst tien jaar.’
‘De Europese regelgeving is extreem streng en tijdrovend’
‘Intussen hebben we geïnventariseerd welke marktpartijen mogelijk interesse hebben in onze diagnostiek. Er is interesse van keuringsdiensten, zoals NAK, voor onze onderzoekexpertise. Voor onze biofungicide zijn we zonder toelating kansloos in Nederland en Europa. Een logisch gevolg is dat we onze vizier buiten Europa hebben gericht. Denk aan Brazilië, Colombia, Ecuador en Noord-Amerika; continenten waar een toelating binnen enkele jaren een feit is, soms zelfs binnen een jaar, zoals Mexico.’
Aanhane: ‘Het levert een tegenstrijdig beeld. Maatschappelijk en politiek staan akkerbouwers en tuinders in Nederland onder grote druk om het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen in alle teelten te minderen. Het doel is 50 procent reductie in 2030. Biologische middelen zijn beschikbaar, maar stuiten voor toegang tot de markt op bureaucratie en trage regelgeving. Hierdoor blijven telers grotendeels afhankelijk van chemische middelen.’
Biologische middelen zijn beschikbaar, maar (nog) niet toegelaten
Mud: Biologische middelen zijn geen heilige graal. Het is een kwestie van integrated crop management, het telkens slim combineren van chemie en biologie. We concentreren ons op gecontroleerde teelten in kassen, waar we onze biofungicide inzetten in de teelt van tomaten, paprika’s en pepers. Dit zijn zogenaamde high value crops: teelten met een hoog rendement. Dat past vooralsnog beter bij onze gelimiteerde productiecapaciteit. In de tussentijd schalen we onze productie op om ook voor grote teelten als graan, aardappelen en mais klaar te zijn.
Aanhane: ‘De gezondheidszorg rondom de tulpenteelt in Nederland wordt breeduit uitgemeten in de pers, terwijl de telers strikt binnen de wetgeving opereren. Het wakkert irreële angst aan bij burgers, waarop overheden op hun beurt ook in de stressstand schieten. Ik wil geenszins de zorg bagatelliseren, maar laten we het alsjeblieft wel in de juiste proporties benaderen. Mud vult aan: ‘Diezelfde overheid legaliseert wel de consumptie van sigaretten, alcohol en ultraprocessed voedsel in de supermarkt. 75 procent van het aanbod in de supermarkt valt buiten de Schijf van Vijf. 80 procent van het aanbod in reclamefolders evenmin. Voedseltransitie is een proces waarbij we elkaar in het midden moeten opzoeken. Het is geen zaak van zwart of wit. In de juiste proporties kunnen chemie en biologische middelen naast elkaar voldoende veilig en gezond voedsel waarborgen. Dat is onze gezamenlijke missie.’
Stan kijkt op zijn horloge: het lab roept, het is tijd om de labjas weer aan te trekken.
Noot: Toeval of niet: daags na het interview met Mud en Aanhane maakte brancheorganisatie Artemis bekend dat er met ‘Vision for Agriculture and Food’ zicht is op een snellere Europese toelating van biologische middelen. Lees meer


