Gezonde bodem als basis voor circulariteit

Agricycling_Pieter van der Valk

Systeemverandering in het post-Mansholt tijdperk

‘In de media worden veelvuldig personen en bedrijven uitgelicht die het radicaal anders doen. Prima en absoluut inspirerend. Ik wil niet per definitie dingen anders doen en kijk meer vanuit een systemische benadering, een vernieuwende context. Hoe kunnen we de context veranderen? Sicco Mansholt en Steve Jobs zijn mensen die de context hebben veranderd. Hetzelfde is mogelijk met Agricycling.’

Aan het woord is Pieter van de Valk, oprichter van Agricycling. Je spiegelen aan Mansholt en Jobs. Is dat niet wat hoog gegrepen? Van der Valk: ‘Landbouwers zijn dé sleutel tot invulling van maatschappelijke opgaves. Door collectief een ketenpositie in te nemen voor het recyclen van nutriënten. Een coöperatieve logistieke structuur creëert een onderhandelingspositie die ons de ruimte geeft om integraal invulling te geven aan maatschappelijke opgaves. Zo nemen we als boeren én overheden gezamenlijk verantwoordelijkheid voor een duurzame landbouw.’

Pieter van der Valk: ‘De landbouw speelt een cruciale rol in een circulaire samenleving.’

Toegegeven, dat klinkt veelbelovend. Om de motivatie van Van der Valk te doorgronden doen we eerst een stapje terug in de tijd. Welk pad heeft Van der Valk gevolgd? Wat heeft hem gevormd? Van der Valk: ‘Op mijn ouderlijk bedrijf boerden we min of meer in de stad. Naast de boerderij bestierden mijn ouders een appartementencomplex. Ik was een ‘stadje’ en een boer tegelijk en daarmee een contrast in mezelf. Daar heb ik oprecht mee geworsteld. Ben ik wel echt een boer? Zo heb ik naast de boerderij ook altijd buiten de deur gewerkt, waaronder bij AB Vakwerk en op de Wageningen Universiteit. Gevoelsmatig staat er een muur tussen de boerengemeenschap en de buitenwereld. Een muur die in stand wordt gehouden door coöperaties, branche-, producenten- en belangenorganisaties. Het maakt de aangesloten leden lui, want de verwerking en afzet van producten wordt buiten de deur geregeld. Een groot nadeel hiervan is de afhankelijkheid van een puur op output gedreven businessmodel. Boeren kunnen alleen overleven door nog efficiënter te produceren.’

Nufield scholarship
‘Deze worsteling bracht me ertoe me in 2019 in te schrijven voor een Nufield scholarschip; een prestigieus internationaal studieprogramma voor jonge professionals in de land- en tuinbouwsector. Het biedt deelnemers de kans om wereldwijd onderzoek te doen naar een zelfgekozen onderwerp binnen de agrofoodsector. In mijn geval de ontwikkeling van een circulair landbouwsysteem, uitmondend in Agricycling. Hierbij staat vooral de waarom vraag centraal en pas daarna het hoe en wat. Waarom doen we wat we doen? Voor boeren is dit ingegeven door rentmeesterschap en het doorgeven van het bedrijf aan de volgende generatie. Het verbindt op emotioneel niveau en zorgt voor loyaliteit en inspiratie voor dilemma’s waar de samenleving mee worstelt.’ 

Integrale benadering
‘Het Nufield scholarship leerde me dat mijn worsteling niet vreemd is, maar juist een inspiratiebron voor een nieuw verbindend verhaal; voor boeren én burgers. Een verhaal dat ervoor zorgt dat mensen niet afhaken door abstractie en complexiteit. Een inventarisatie van alle opgaven laat zien dat elke opgave onderling verbonden is aan andere opgaven. De opgaven kunnen simpelweg niet los van elkaar worden gezien. Vaak wordt gestuurd op een individuele opgave, zoals stikstof of waterkwaliteit. Oplossingen voor een enkele opgave creëren vaak een ander probleem. De oplossing ligt dus niet in het eenzijdig aanpakken van een enkele opgave, maar is een zoektocht naar een onderliggende systeembenadering die opgaves met elkaar verbindt en deze integraal invulling geeft. Ons natuurlijk kringloopsysteem is het verbindende integrale onderliggende systeem. Het herstel van de natuurlijke kringloop raakt iedere opgave. Een gezonde bodem is hierbij het uitgangspunt.’

Een gezonde bodem is het vertrekpunt

Van der Valk komt op dreef en somt moeiteloos de voordelen van het recyclen van nutriënten op: ‘In de kern draait het bij stikstof om het verlies in de voedselcyclus. We voegen te veel stikstof toe aan het productiesysteem en verliezen uiteindelijk stikstof nadat we het als consumenten hebben genuttigd, doorgespoeld en verbrand. Sluiten van de kringloop beperkt de toevoeging van externe stikstof in het systeem. De waterkwaliteit in Nederland is momenteel afhankelijk van generieke bemestingsvoorschriften. Bodemgericht bemesten heeft een positieve uitwerking op het voorkomen van uitspoeling. Daarnaast heeft een toename aan organische stof in de bodem tot gevolg dat de bodem beter in staat is nutriënten vast te houden. Koolstof wordt opgeslagen in de bodem door aanpassing van bewerking en door het toevoegen van organisch materiaal. Sturen op een bodemrantsoen gebaseerd op organische reststromen brengt koolstof terug naar de bodem. Door organische mest toe te voegen worden waardevolle bacteriën en schimmels aan de bodem toegevoegd die de koolstofvastlegging bevorderen. De benodigde energie voor de productie van voedsel zal fors worden gereduceerd. Door nutriënten in het systeem te behouden is het minder nodig deze chemisch en fossiel gedreven extern te produceren of te mijnen.’

Alle reststromen terug naar de bodem
‘De bodem is binnen het ecologisch systeem de plek die bestemd is om reststromen af te breken en de vrijkomende mineralen via de wortel van de plant weer te recyclen naar een grondstof. Dit maakt de landbouw in de puurste vorm tot een recycler van nutriënten. Nutriënten hebben voor de bodem een belangrijke waarde om de samenleving steeds weer van hoogwaardig voedsel te kunnen voorzien. Zo’n 200 jaar geleden was het gangbaar om alle reststromen van en door de landbouw te laten verwerken. Door de opkomst van sanitaire voorzieningen en kunstmest hebben we ten onrechte afscheid genomen van dit kringloopprincipe.’

‘Productie van kunstmest heeft meerdere negatieve bijeffecten. Het is fossielbehoeftig; we verliezen de organische stof in de bodem, missen belangrijke spoorelementen en alles wat we nog niet weten. Bovendien kampen we met een productieproces wat steeds meer externe, niet-natuurlijke hulp en interventies nodig heeft om ziektes in gewassen te onderdrukken. Dit heeft geresulteerd in een aantal grote uitdagingen waar de landbouwsector en maatschappij voor staan. We produceren goedkoop en gezond voedsel wat voor iedereen beschikbaar is, maar met een productieproces dat een aantal grote uitdagingen meebrengt die urgenter worden.’

Enkelvoudige waardering op output is een integrale fout in het systeem

‘De basis voor het probleem ligt in het ontbreken van de essentiële verbinding tussen natuurlijke processen en het economisch systeem. Als je het systeem dat louter op output is gebaseerd wilt doorbreken, moet je je afvragen waar je de financiële incentive gaat neerleggen. Als de bodem de enige plek is waar je kunt recyclen, waarom geven we de landbouwer dan niet de bijbehorende beloning?’

Wederkerigheid
‘We hebben een eenzijdige relatie met de consument. Ik produceer als boer voor de stad. Voedsel wordt genuttigd, verteerd en uiteindelijk verbrand. Daar zit niets wederkerigs in. Als je als burger hoort dat zeventig procent van onze melkproductie over de grens gaat, kan ik me goed voorstellen dat de burger zegt ‘Wat moeten we met zeventig procent van de boeren hier in Nederland?’ De bijdrage die de land- en tuinbouw levert aan onze handelsbalans en dat we per saldo voedsel importeren in Nederland blijft volledig buiten beeld.’

Gemeenschappelijk eigenaarschap
‘Waar we naar toe moeten is een situatie waarin het buitengebied niet enkel een plaats is waar voedsel wordt geproduceerd, maar waar ook de reststromen van de consument weer opgenomen worden om opnieuw voedsel te kunnen produceren. Die reststromen dienen uiteraard schoon, gecontroleerd en veilig te zijn. Daarmee maak je van een landbouwprobleem een gezamenlijk probleem: gemeenschappelijk eigenaarschap. Dit houdt burgers een spiegel voor: humane ontlasting zit vol met hormonen en medicijnresten, in gft-afval zitten plastic restanten en pfas, berm- en slootmaaisel zit vol met blikafval. Mensen maken er een zootje van. Landbouw kan kortom een ultieme functie kunnen vervullen mits we deze maatschappelijke opgave op orde krijgen en gezamenlijk dragen.’

Circulaire systeemoplossing
Van der Valk plaatst met deze benadering het landbouwdebat in een volledig ander daglicht. Hoewel hij doelsturing op basis van kritische prestatie indicatoren (kpi’s) zeker nuttig acht, blijft het een ‘hoe’ in plaats van een ‘why’ reactie. Van der Valk: ‘Het is geen systeemoplossing, geen gezamenlijk verhaal. Het huidige lineaire systeem stopt bij de consument, terwijl het daar juist weer begint.’

Hoe krijg je invloed terug
Van der Valk houdt niet alleen de burger, maar ook de boer een spiegel voor. ‘Zeventig jaar na Sicco Mansholt komen we tot de conclusie dat we het systeem moeten veranderen. 150 jaar geleden werden de eerste coöperaties opgericht. Een marktconforme prijsvorming hebben boeren op het bord van de coöperatie gelegd. Een coöperatie die door schaalvergroting steeds meer op afstand van de boeren is komen te staan. Wat doen we als boeren nog zelf? We leunen achterover; we doen helemaal niets. Wil je een verdienmodel? Dan moet je dat zelf organiseren; creëer eigenaarschap. Je moet zelf de regie vanaf de bodem nemen. Hoe? Niet door hoog van de toren te blazen, maar door het gewoon te gaan doen. Doen betekent naar voren stappen. Dus als het om menselijke ontlasting gaat niet een stap naar achter doen met als argumentatie dat je geen hormonen en medicijnresten wilt ontvangen, maar uitspreken dat de nutriënten jouw grond toebehoren. Iedereen zal dan roepen dat dat niet kan, maar een dergelijke reactie is juist nodig om duidelijk te maken dat we gezamenlijk eigenaarschap hebben voor een gezonde bodem. Dit besef vat allereerst post bij innoverende boeren, die op hun beurt collega’s stimuleren om ook mee te doen in de coöperatieve opzet van Agricycling.’

Coöperatie 2.0
Naast eigenaarschap en autonomie zijn collectiviteit en rendement de vier pijlers onder Agricycling. Een verhaal dat klinkt als een klok. De praktijk daarentegen is weerbarstig. Financiers staan nog niet te popelen. Waarom hebben coöperaties als FarmPlus, AgriFirm en ForFarmers dit concept nog niet gretig omarmd? Dit is evenzeer een vraag voor Van der Valk: ‘Hoe eenvoudig is het om dit in aanvang buiten de huidige coöperatie te organiseren en na verloop van tijd het concept naar binnen te trekken?’

Herontdekking van de bodem
Van der Valk twijfelt niet: ‘Linksom of rechtsom gaat het werken. We zijn begonnen met het verwerken van groenstromen, humane secretie, gft, compost en drijfmest. Vervolgens kijken we vanuit het microbioom, het geheel aan micro-organismen zoals bacteriën, schimmels, virussen en gisten, welk rantsoen de bodem per gebied nodig heeft.’

‘Provinciale coöperatieve afdelingen van Agricycling voeren onderhandelingen over de verwerking en logistiek van reststromen. Deze ketenpositie is van belang om de onderhandelingen over de waarde van het recyclend vermogen te kunnen verzilveren in de nieuw te verwerken producten en nieuwe resultaten. Daarnaast organiseren we binnen de overkoepelende Agricycling federatie een kwaliteitsstandaard waaraan de geleverde diensten moeten voldoen om de kwaliteit te waarborgen. In samenwerking met Van Hall Larenstein bouwen we een dataset op en doen we gericht onderzoek. Via het Sûne Grûn-netwerk (Gezonde Grond) onderhouden we contact met overheden, onderzoek- en onderwijsinstellingen.’

Van der Valk besluit: ‘Agricycling herwaardeert de rol en betekenis van de bodem en geeft de boer haar onderhandelingspositie weer terug op basis van wederkerigheid. Om de huidige impasse in de landbouwtransitie te doorbreken is een nieuwe wijze van systeemdenken gewenst. Inmiddels zijn in alle twaalf provincies Agricycling coöperaties in oprichting; voor gevestigde coöperaties eveneens hét moment om in te stappen.’

De vergelijking met Sicco Mansholt en Steve Jobs is zo gek nog niet.

Deel dit bericht: